De altijd goedlachse, bescheiden Adri die jarenlang zijn maatschappelijke steentje heeft bijgedragen aan Valkenburg zal dit jaar zijn functie als ouderling neerleggen. Met hem kijken we terug op een bijzondere en lange periode uit zijn leven.
Adri is geen opschepper; bescheidenheid tekent hem. Hij heeft alle dingen waar hij zich voor heeft ingezet altijd met veel bevlogenheid en passie gedaan; “Anders hou je het niet vol.” Adri Imthorn, wie kent hem niet? Regelmatig wordt hij nog aangesproken met ‘Ome Adri’ door dorpsgenoten die hem nog kennen van zijn jaren bij Valken ‘’68, de kerk, school en als sinterklaas.
Zijn hart ligt bij de jeugd, maar ook over het ouderenpastoraat is hij bevlogen. Deze bevlogenheid en inzet voor de maatschappij heeft hij meegekregen van thuis. Toen hij in de jaren ’70 actief werd in de kerk, adviseerde zijn vader hem om toch vooral op meerdere vlakken actief te blijven. Dit advies heeft Adri ter harte genomen.
Op de een of andere manier is de jeugd gewoon ‘zomaar’ op zijn pad gekomen. . Hij begon zijn kerkelijke loopbaan als clubleider, gevraagd door toenmalig ouderling Henk van der Nagel (ofwel: de voormalig wethouder). Uiteindelijk heeft hij alle facetten van het jeugdwerk wel zo’n beetje doorlopen. Van het clubwerk tot het begeleiden van de kerstmusicals, kindernevendienst, catechese en voorzitter van de zondagschool.
In de evangelisatiecommissie heeft Adri veel geleerd van Jan van der Meij (van de Rijnweide). Bij slecht weer was de verleiding groot om niet te gaan, maar Jan zei altijd: “De zegen ligt in het gaan”. Uiteindelijk werd Adri ouderling. Daarnaast heeft hij zich bezig gehouden met doopgesprekken, contact met predikanten, wekelijks het maken van liturgie en het voorgaan tijdens de weeksluiting in de Rijnweide.
Mooie herinneringen heeft hij aan zijn tijd als ouderling in ‘t Duyfrak. Hier is hij vanaf het begin bij betrokken geweest.
“Er is meer geloof achter de deur dan je zou denken…”
Het jaarlijkse hoogtepunt was voor hem altijd de ‘Kerkbalans’. Deze mogelijkheid om met mensen in gesprek te komen, greep hij graag aan. Dit leidde vaak tot mooie gesprekken. Wat hij heeft geleerd van deze en andere gesprekken is dat je mensen niet te snel mag afschrijven en oog moet blijven hebben voor hen. “Er is meer geloof achter de deur dan we denken”. Veel mensen geloven wel, maar hebben niet zoveel met de kerk. Kerkgang is niet zaligmakend, maar uiteindelijk hebben we elkaar wel nodig. “Je mist iets als je niet naar de kerk gaat, maar dat verlangen moet je wel zelf ontdekken”. “Als je niet traint, komt je ook nooit in het eerste!” is zijn credo als het aankomt op de kerkgang. Dit is heel typerend voor Adri, zo trouw hij altijd is in de kerkgang.
“Als je niet traint, komt je ook nooit in het eerste!”
De wijk ’t Duyfrak werd uiteindelijk te groot voor hem alleen en hij kon het bezoekwerk lichamelijk ook niet meer aan. Dit heeft ervoor gezorgd dat hij is overgestapt naar het bezoeken van ouderen. Dit doet hij nu nog steeds met veel passie voor zover hij het nog aankan. De komende maanden wil hij dan ook gebruiken om deze mensen uit zijn oude ‘wijk’ nog een keer te bezoeken. Zo is Adri: nog een keer alle mensen zien en dat afsluiten.
Over zijn ervaringen als ouderling valt nog veel meer te vertellen. Als ouderling krijg je tijdens de huisbezoeken en gesprekken vaak meer terug, dan je geeft. En je leert ook van de mensen. Uitspraken die hem zijn leven lang zijn bijgebleven zijn: “Liever deze ziekte met de Here God, dan gezond zonder de Here God” en “Er is me veel afgenomen, maar ik heb er meer voor terug gekregen”. Gesprekken waren vaak verrassend en hij ging altijd met een goed gevoel naar huis. Terug op de fiets uit ’t Duyfrak kon ie wel fluiten. Ook was het bijzonder hoe open een eerlijk mensen vaak zijn. Adri vond het wel een uitdaging om niet zelf constant aan het woord te zijn. “Je moet juist goed kunnen luisteren”. Dit is voor hem zeker wel een leerproces geweest.
Vaak zie je als christen zelf niet zo wat de uitwerking van je woorden en daden soms zijn. Hoe mooi en bijzonder is het als in een onbenullig lijkende ontmoeting blijkt dat een kind in jou een klein stukje herkent van de Here Jezus. Dat is ook de oproep van Jezus en als dat soms lukt, dan mag je daar alleen maar dankbaar voor zijn. In dat kader vertelt hij een anekdote. Het gaat over een keer dat hij door de school liep en een kind uit de wc kwam en aan hem vroeg:” Dominee, wilt u mijn billen afvegen?”. Je ziet het gebeuren helemaal voor je. (Een kind dat in jou een dominee ziet; hoe bijzonder is dat… )
Zo bescheiden als Adri is, wil hij benadrukken dat hij dit zonder zijn vrouw Silvia, niet had kunnen doen. Zij was en is al die jaren zijn steun en toeverlaat. Zij heeft hem altijd bijgestaan en bemoedigd en nooit een strobreed in de weg gelegd. Adri ziet dit als een teken van God. Er is tussen hen grote wederzijdse waardering en respect. Silvia zorgt voor huishouden, huis en tuin, daar had Adri geen omkijken naar. Daarnaast klinkt in alles wat Adri zegt het vertrouwen in God door en ondanks zijn broze gezondheid voelt hij dat hij de kracht krijgt om door te gaan.
Zijn hoop voor de toekomst is dat er meer jongere mensen zich geroepen voelen om een ambt te vervullen binnen de kerkenraad. En dat het de kerk lukt om de verscheidenheid aan mensen vast te houden en om elkaars meningen te blijven respecteren en in gesprek te blijven.
“Het is mooi geweest”
Als laatste een dankwoord van Adri voor alle mensen die hem en Silvia hebben bemoedigd in de afgelopen jaren en nog steeds verrassen met hulp en troost op allerlei gebied. Dit heeft hen echt gesteund en verrast en ook bevestigd dat God goed is en dat we elkaar nodig hebben. De emotie die dit oproept bij hem is veelzeggend. Adri is een dankbaar mens.
Hans van der Does
Sophia den Heijer