De verheerlijking
C. Vermeulen
In vijf grote woorden onthult de apostel Paulus het wezen van ons geloof. Als vijf schakels van een gouden ketting verbinden zij ons leven met God. Deze vijf woorden vertellen van de rijkdom die ons onverdiend is geschonken. Wij dragen ze met ons mee zoals een vrouw een kostbare ketting draagt. U vindt ze in Romeinen 8:29,30: Wij zijn TEVOREN GEKEND, TEVOREN BESTEMD om bij Christus te horen, GEROEPEN, GERECHTVAARDIGD en VERHEERLIJKT. Wij gaan de laatste schakel bewonderen:
Hen die Hij gerechtvaardigd heeft, die heeft Hij ook verheerlijkt.
Dat woord verheerlijking doet ons aan een toekomst voorbij de dood denken. Die is voor ons allen met onzekerheden omgeven. Hebben wij wel het recht om op de graven van onze geliefden woorden van hoop te schrijven? Is het een ijdele waan om diep in ons hart het verlangen naar een weerzien te koesteren? Wie de tekst aandachtig leest zal het vreemd vinden, dat de verheerlijking als een voldongen feit wordt beschreven. Er staat niet: God zal ons verheerlijken, maar Hij HEEFT ons verheerlijkt. De verheerlijking hoort toch bij de toekomst? We lezen eerder in Romeinen 8:
het lijden van de tegenwoordige tijd weegt niet op tegen de heerlijkheid die over ons geopenbaard zal worden.
Dat bevalt ons misschien wel beter! Nu strijd en zorg, de heerlijkheid komt later. Misschien zien we ook niet zo veel heerlijkheid in ons leven. Het aardse bestaan kan best zwaar zijn. En wat ons geloof betreft: we voelen ons soms maar arme en kleine christenen, meer onder de macht van satan dan beelddragers van koning Jezus, meer benauwd door zorg en vrees dan bekleed met een lofgewaad (Jes.61:3) , meer bezig met de dingen van de aarde dan dat wij de dingen bedenken die boven zijn (Kol.3:1,2).
Toch mogen en moeten wij die voltooide tijd laten staan. Wij zijn louter uit genade door God geroepen – gerechtvaardigd – verheerlijkt! Het is belangrijk dat wij op de koppeling van dat drietal letten. Zij vinden hun eenheid in Christus. Zijn stem hebben wij gehoord, door het geloof mogen wij delen in Zijn rechtvaardigheid en door de rechtvaardiging delen wij in Zijn heerlijkheid, De vijfde schakel hangt er niet bij als een verrassing voor later, ze is vast geklonken aan de rechtvaardiging.
Dat God ons niet vergeet, maar ons bij name roept is toch al heerlijkheid? Dat de Vader ons rekent bij zijn Zoon en ons in de rechtvaardiging ziet alsof wij nooit gezondigd hebben, brengt ons toch bevrijding en nieuwheid van leven? Dat wij geroepen worden om Christus na te volgen geeft toch een nieuwe richting aan ons bestaan? Dat wij alle dagen de Heilige Geest als een inwonende Trooster en Helper mogen kennen geeft ons toch moed? Dank zij deze hemelse Reisgezel kunnen wij volharden in het geloof en zalig worden. Wij zijn rijker dan we beseffen.
Toch hoort de verheerlijking ook bij de toekomst. Vier schakels zijn voltooid – de vijfde zit vast aan de vierde, maar aan de andere zijde is hij nog open. Daar reikt de gouden ketting naar de eeuwigheid en deze vijfde schakel wordt in het onvoorstelbare ogenblik waarop wij het Koninkrijk zullen binnengaan, verbonden met de eerste twee schakels: de voorkennis en de voorbestemming. Wij zullen binnengehaald worden als een gekende, als de verloren zoon die in al zijn dwalen en zondigen toch bij zijn vader bleef horen en wist waar de weg naar het vaderhuis lag. Zijn vader zag hem van verre en liep hem tegemoet. Hij herkende zijn zoon en bracht hem thuis. Mijn vrouw Nellie zei op haar sterfbed ‘Ik ben een gekende!’ In haar stem klonken dankbaarheid en zekerheid.
Wat de tweede schakel van onze bestemming is weten wij. God heeft ons in Zijn eeuwige Raad bestemd om aan het beeld van zijn Zoon gelijkvormig te worden. Als wij thuis komen zal die bestemming duidelijk worden. Gods plannen falen niet. Wij zullen veranderd worden, Christus zien zoals Hij is en Zijn beeld dragen. Het goddelijk eigendomsteken van onze Doop zal glanzen met hemelse heerlijkheid. Wij horen als schapen bij de Goede Herder. Wij komen thuis. Hij kent ons en nu vervult Hij zijn belofte: Hij geeft ons het eeuwige leven (Johannes 10:28). Hij roept ons bij name en met een bekende stem.
Er is ons toekomst beloofd. De eeuwige God werpt ons niet weg aan het einde van ons leven. Hij heeft ons lief met een eeuwige liefde! Hij wil ons bij zich hebben in zijn Koninkrijk!
‘Ik verlang heen te gaan en met Christus te zijn, want dat is verreweg het beste’ , zegt Paulus over zijn toekomst (Filippenzen 1:23). Er zijn veel andere beschrijvingen van de beloofde heerlijkheid: ‘Ingaan in de sabbatsrust die overblijft voor het volk van God’ (Hebr.4:9), ‘naar het vaderhuis met de vele woningen gaan’ (Johannes 14:2) , ‘het nieuwe Jeruzalem binnengaan’ (Openbaring 21:24).
Het zijn allemaal beschrijvingen van de vijfde schakel van de gouden keten. Wie leeft als een geroepen mens, wie dankbaar is voor de onverdiende rechtvaardiging van zijn bestaan, deelt in de heerlijkheid van Christus. Hier en nu met vallen en opstaan. Straks in volle heerlijkheid. Dat is de bestemming van Gods volk en Gods plan gaat door!
P.S.: Er staan wel wat veel Bijbelse vindplaatsen vermeld. Let er maar niet op en lees gewoon verder. Maar wie weet zijn er ook gemeenteleden die hun Bijbel erbij nemen en echt studie maken van de gouden ketting. Die kunnen op een extra zegen rekenen. Die kreeg ik ook bij het schrijven.