Een gouden ketting 3

De vierde schakel: GERECHTVAARDIGD

C. Vermeulen

Met het beeld van een gouden ketting met vijf schakels onthult de apostel het diepste van ons christenzijn. De schakels zijn voorkennis, voorbestemming, roeping, rechtvaardiging en verheerlijking (Romeinen 8:29,30) en die ketting reikt van eeuwigheid tot eeuwigheid, van de eeuwige raad tot het eeuwige rijk, zou prof. Van Ruler zeggen. Wij zijn begonnen met de schakel van de roeping. Dat is wel de derde schakel, maar die verbindt ons aardse leven met God en daar weten we van. Zonder roeping sta je nog buiten het heil. Roeping is voor de één iets anders dan voor de ander. Wij nemen het begrip ruim. Het gaat erom dat God in je leven gekomen is. Misschien door gelovige ouders, leraren of jeugdleiders, misschien door Bijbellezing of kerkdienst, misschien door een ingrijpend gebeuren, een geboorte of een levenseinde, misschien door een stille stem in je hart, een droom of een ingeving. In ieder geval werd jij aangesproken en je wist dat je ook antwoord moest geven. Wie Gods stem hoort en beantwoordt gaat het Koninkrijk binnen.

De eerste twee schakels van de gouden ketting leren ons dat de roeping niet toevallig is. We zijn voor onze geboorte gekend en we hebben ook voor onze geboorte de bestemming gekregen om bij Jezus te horen. Die eerste twee schakels klinken als een bericht uit de eeuwigheid die ons korte leven in de tijd omgeeft.

Nu doen we een stap voorbij de roeping. De vierde schakel is de rechtvaardiging. Dat is Gods antwoord op de vraag hoe wij als kleine zondige mensen met God zullen omgaan.

Paulus begon zijn brief aan de Romeinen met de woorden:

Aan allen die in Rome zijn, geliefden van God en geroepen heiligen… (1:7)

Dan gaat hij verder met een onderzoek naar de rechtvaardigheid van Joden en heidenen. De uitkomst valt zwaar tegen. Conclusie: Er is niemand rechtvaardig, ook niet één! Er is niemand die verstandig is, er is niemand die God zoekt (3:10,11)

Heeft de apostel toen zijn pen maar neergelegd en de brief verscheurd? Er zijn immers geen heiligen en dus ook geen geliefden?!

Nu komt die vierde schakel van de rechtvaardiging in zicht:

Ieder mens mag alle dagen met vreugde bedenken dat God de wereld uit een onbegrijpelijke liefde met zichzelf heeft verzoend door zijn eniggeboren Zoon als de ware Mens te zenden. Deze Zoon die op aarde de naam Jezus moest dragen, heeft alles gedaan wat nodig is voor ons heil.

De rechtvaardiging uit genade (sola gratia) is het mooiste dat wij mogen ervaren. Liefde van mensen is heerlijk, maar dat de heilige God ons wil liefhebben is meer dan alle menselijke liefde. Als een regenboog omvat Gods liefde alle uitingen van liefde onder de mensen. De rechtvaardiging die ons als een uiting van liefde geschonken wordt is een bevrijdend gebeuren. Wij worden bevrijd van hoogmoed en trots, van de waan dat wij wel tot God kunnen opklimmen, maar ook van de sombere gedachte dat wij wel altijd buitenstaanders zullen zijn. Niet van de mensensoort die het Koninkrijk Gods zullen binnengaan. Zo denken is jezelf bedriegen.

Daarom klinken bij iedere Avondmaalsviering de woorden: Kom dan, want alle dingen zijn nu gereed. Wij mogen bij God komen zoals we zijn en wie we ook zijn. Het mooiste geheim van het geloof is dat God onze zonden en schuld wegdoet en ons de rechtvaardigheid van Christus toerekent. Onverdiende vrijspraak wordt ons deel. We komen thuis met de verloren zoon en we gaan op weg naar ons eeuwig huis met Henoch, Mozes en Elia en met allen die ons zijn voorgegaan.

Maarten Luther noemde dit gebeuren de Porta Paradisi, de poort van het paradijs, die hij binnenging op die dag omstreeks het jaar 1520, dat hij bij zijn Bijbellezing werd aangegrepen door Romeinen 1:17:

Ik schaam mij niet voor het Evangelie van Christus….Want de gerechtigheid van God wordt daarin geopenbaarduit geloof tot geloof, zoals geschreven is:Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven.

Luther was in zijn jeugd erg bezorgd geweest over zijn zonden. Hij kon God niet liefhebben, want hij was bang voor zijn rechtvaardig oordeel. Nu begreep hij dat onze rechtvaardigheid niet uit onze goede werken bestond. Het was een gave van God die een schuldig mens in geloof mocht aannemen. Hij noemde dat de vrolijke ruil. Christus mijn zonden, ik zijn gerechtigheid

Nee, er zijn voor God geen rechtvaardigen. Dat hoeft niemand van zichzelf te denken, maar er zijn wel gerechtvaardigde zondaren! De rechtvaardiging van de goddeloze moet ons blijvend verwonderen! Maar laten wij niet te gemakkelijk over de vergeving van onze zonden denken. De schakels van de gouden keten worden in vuur gesmeed: in het heilige vuur van Gods toorn, maar dat is ook het heerlijke vuur van zijn liefde!

Wie geroepen wordt, wordt ook gerechtvaardigd. Gelukkig wel! In de rechtvaardiging wordt de mens aangewezen als schuldig, God als genadig en Jezus als machtig om de zonden te vergeven, satans macht te breken en nieuw leven door de Geest te schenken.
 

P.S.: Mijn plan om de gouden ketting in drie afleveringen te bewonderen is niet gelukt. Het worden er vier. Volgende keer DV de verheerlijking.

 

Scroll naar boven